Corona is er al bijna een jaar en de verwachting is dat het virus nog wel een tijd blijft rondgaan. Zowel het verloop van het virus als de maatschappelijke gevolgen van de pandemie verrassen steeds weer. De introductie van sneltesten, vaccins en de aangekondigde inentingen gaan soelaas bieden. Maar er blijven grote uitdagingen. Het vaccineren van de bevolking wereldwijd is wellicht een nog grotere opgave dan de ontwikkeling van een werkend vaccin. Overal zijn overheden enorme schulden aangegaan ter bestrijding van de korte termijn gevolgen van de pandemie. Dat slaat een gat in de begrotingen. De opgebouwde schuld zal door de samenleving moeten worden vereffend. Dat is een belangrijk gegeven bij de herstelfase en de (nieuwe) inrichting van de samenleving. Bepalend daarbij is dat de wereld zich voor de crisis al in transitie bevond. Corona versnelt de transities in het energiesysteem, de landbouw (stikstof), in digitalisering en in de circulaire economie.
Kortom, hoe de maatschappij er na de coronacrisis uit komt te zien, is hoogst onzeker en afhankelijk van de duur van de virusuitbraak, de diepte van de verstoring die de virusuitbraak veroorzaakt en de vorm van het herstel.76 Deze onzekerheid is wellicht het grote kenmerk van deze crisis. Als naar de lange termijn (> 15 jaar) wordt gekeken dan zijn twee ontwikkelingen die een grote mate van onzekerheid kennen en een grote mate van impact op de samenleving. Het gaat dan om:
- De mate van globalisering versus regionalisering; Het gaat hier om de openheid van een economie en de sturing op de samenleving. Van een focus op internationale handel en een centrale overheidssturing versus een focus op bescherming van de eigen economie, regionale waardeketens en een decentrale sturing.
- Economische groei (BBP) versus brede welvaart en welzijn; het gaat hier om een verschil in waardeoriëntatie. Een focus op groei, individu, vrijheid (hedonisme) versus een focus op welzijn, gemeenschap en veiligheid. Maar ook een kleinere rol voor de overheid versus een grotere.
Deze twee onzekerheden leiden tot het volgende assenkruis die tot vier mogelijke maatschappijbeelden leiden.77 In bijlage 2 is een samenvattend schema van de vier scenario‘s opgenomen.
Bronnen
76. McKinsey & Company. (2020). Covid-19: Briefing materials (Global health and crisis response). https://www.mckinsey.com/~/media/McKinsey/Business%20Functions/Risk/Our…
77. Scenario’s mede ontleend aan:
- de Ruijter, P., Kenter, R., van Heijningen, J., van den Bos, S., & Libbrecht, S. (2020, april). Dominostenen van Corona (Generieke scenario’s, effecten en strategie). De Ruijter Strategie. https://www.deruijter.net/download/corona-scenarios-effectenstrategie.h… Jester strategy. (2020, april). Na COVID-19: anticiperen op een nieuwe werkelijkheid (Strategie voor het postcoronatijdperk). https://jester.nl/wp-content/uploads/2016/03/Na-COVID-19-Strategie-voor…
- Metzemakers, P., Mulder, A., Phillipen, S., Rietman, P., Rolvink, F., Swart, A., van Wijk, S., & Wolf, C. (2020, juli). Ondernemen is vooruitzien (Nederland na corona in vier scenario’s). ABN Amro. https://www.abnamro.nl/nl/media/Nederland-na-Corona-invier-scenarios-AB…;
- ACCEZ. (2020, november). Bloeien als bestemming (Vier toekomstscenario’s voor het Nederlandse tuinbouwcluster). https://accez.nl/toekomsten-voor-het-tuinbouwcluster/ ;
- van Schaick, J., van Raak, R., Lodder, M., & Spork, C. (2017, februari). (On)begrensde Technologie (Maatschappelijke Invloed van Nieuwe Technologie in Zuid-Holland). Provincie Zuid-Holland. https://www.zuid-holland.nl/overons/toekomstagenda/mint/
COVID-19 heeft wereldwijd geleid tot enorme staatsschulden. Daarnaast zijn de financiële reserves van bedrijven flink gedaald. Alles wordt op alles gezet om de enorme schuldenberg te verminderen. Het medicijn is het aanjagen van economische groei door internationale vrijhandel en vrij baan voor het bedrijfsleven en ondernemerschap. Dat leidt tot strenge bezuinigingen en een kleinere en faciliterende overheid. Kostprijs en efficiëntie sturen het gedrag van het bedrijfsleven. Duurzaamheid is in deze wereld van ondergeschikt belang. De onderlinge competitie waar zo op ingezet wordt, heeft zich ook doorgezet in de samenleving. Ook daar is het ieder voor zich en nemen de verschillen toe. In deze wereld is er veel ruimte voor zelfontplooiing, ligt de verantwoordelijkheid en vrijheid bij het individu. Hieronder is per provinciaal thema beschreven wat de betekenis is van het scenario “vrij spel”.
De grote maatschappelijke opgaven, zoals klimaat, wonen, energie, worden centraal vanuit de kleinere en faciliterende Rijksoverheid aangestuurd. Het bedrijfsleven bepaalt de agenda. Vanwege de bezuinigingen wordt er gekort op het provinciefonds, ter grootte van de korting die tijdens de kredietcrisis was doorgevoerd (+/- 10%). Het wagenpark groeit, vooral met elektrische auto's. Het motorrijtuigenbelastingsysteem blijft intact, waarbij het huidige opcententarief gelijk blijft om de lasten voor bedrijven en burgers te beperken. De begroting van de provincie is daarom sterk gekrompen. De provincie is een kleine bestuurslaag en richt zich alleen op haar wettelijke taken. Maar, zelfs de uitvoering van de wettelijke taken staat onder druk en wordt tot een minimum beperkt. Thuiswerken en kostenbesparing leiden tot het afstoten van een groot deel van het kantorenbestand. De provincie houdt streng toezicht op haar gemeenten om begrotingsdiscipline te bevorderen.
Vrij verkeer van goederen en personen over de hele wereld. Internationale vervoersstromen groeien. Het gaat ook allemaal sneller en verder, mede door in gebruik name van nieuwe vervoersmogelijkheden en - routes zoals de ‘Nieuwe Zijde Route’ en de ijsvrije ‘Noordoostelijke Doorvaart’. Zuid-Holland is met de Rotterdamse haven een groot transportknooppunt met haar unieke distributienetwerk en talrijke verbindingen. Door de toename van wereldwijde internetbestellingen zijn nieuwe distributiecentra nodig. Er is veel marktwerking in de internationale infrasector, leidend tot innovaties in de mobiliteitssector en een razendsnelle doorvoer. Maar ook tot meer files. De meest efficiënte manier van vervoer wordt het meest gebruikt, ongeacht duurzaamheid. De provincie ‘nieuwe vorm’ verleent concessies op basis van deze efficiëntie. (OV) Vervoer voor iedereen en naar elke plek is geen vanzelfsprekendheid. Ook omdat de vraag naar OV is gedaald. De focus bij de provincie ligt op beheer en onderhoud. Eventuele aanbestedingen worden gedaan op basis van de laagste kostprijs. Aanbieders van goedkope – maar laagwaardige – materialen (ook uit andere landen) krijgen vrij spel.
Wereldwijd ontstaat er een grotere vraag naar energie. Naast de traditionele energievragers ontstaan er nieuwe economische sectoren met een hoge energiebehoefte, zoals datacenters. De vraag naar energie is groter dan het aanbod van duurzame energie. Dit leidt ertoe dat het bedrijfsleven gebruik blijft maken van fossiele brandstoffen (gas) en inzet op kernenergie. De Rotterdamse haven is uitgegroeid tot een energiehub en -beurs, waar energie wereldwijd wordt geïmporteerd, geëxporteerd en verhandeld. De klimaatdoelen van Parijs staan onder grote druk, met grotere weersextremen tot gevolg. De provincie vult haar toezichthoudende rol op milieuregels vrij minimalistisch in. Uitgangspunt is het schrappen en beperken van regels, ten behoeve van het bedrijfsleven. De provincie gebruikt haar traditionele ruimtelijke instrumentarium en zet geen extra gelden in voor de energietransitie.
Ondernemerschap krijgt maximaal de ruimte om de economische groei, het bbp en innovatie aan te jagen. Door technologieën als 3-D printing zijn productieketens en handelsstromen veranderd. De intercontinentale goederenoverslag in de Rotterdamse haven is afgenomen. De Rotterdamse haven is daardoor geïntegreerd met Antwerpen. Ze is volledig gedigitaliseerd en vormt zo het grootste industrie-, energie- en transportcluster van Europa. Door kostenefficiency en schaalvergroting binnen de greenports krimpt het aantal bedrijven verder tot er slechts een paar overblijven. Dit proces wordt versneld en beïnvloed door de komst van mondiaal opererende digitale platforms. Doorbraaktechnologieën zorgen voor disruptie van menig business model en sector. Veel werk is geautomatiseerd, niet alleen laaggeschoold werk. Dat leidt tot tweedeling op de arbeidsmarkt. Het zijn grote multinationals die de dienst uitmaken in een competitieve ‘winner takes all’ economie en een wereldwijde slag om talent. De grote winkels en webshops domineren terwijl florerende winkelstraten met verschillende kleine winkels veelal zullen verdwijnen. De rode loper wordt uitgelegd door bedrijven en kennisinstellingen om schaarse kenniswerkers te verleiden zich in Zuid-Holland te vestigen. De culturele sector is overgeleverd aan de markt. E-commerce is dominant, waardoor detailhandel in de steden is verdwenen. De provincie geeft fysieke ruimte aan bedrijven uit de digitale economie: start- en scale-ups, datacenters en distributiecentra. Het toerisme groeit hard en Zuid-Holland trekt veel rijke toeristen uit opkomende landen (naast China ook Afrikaanse landen als Nigeria).
Economische groei heeft ten allen tijden voorrang op het behoud van de natuur. Natuur is business, met name als recreatieplek. Bereikbaar groen in en dicht bij de stad kan bijdragen aan het vestigingsklimaat en het aantrekken van bedrijven en werknemers. Als gevolg van een volledige scepsis over het stikstofbeleid heeft de EU-uitzonderingsposities mogelijk gemaakt waardoor meer ruimte ontstaat voor ondernemerschap. Er ontstaat een heftige strijd om deze ruimte, waardoor de polarisatie tussen ‘industriële’ en ‘natuurinclusieve’ boeren en tussen boeren en andere sectoren, zoals bouwbedrijven, toeneemt met grote nadelige gevolgen voor de biodiversiteit. De provincie heeft zeer beperkte financiële middelen voor natuur, waardoor Natuurnetwerk Nederland een stille dood sterft. Bodemdaling in het Groene Hart zet door, omdat de provincie de sterk geïndustrialiseerde land- en tuinbouw beschermt. Bedrijven eisen zoet water en droge voeten.
Het Rijk zet de grote lijnen uit en stuurt op de nationale belangen. De provincie stuurt op de provinciale belangen waarbij marktpartijen een dominante positie hebben in de uitvoering. Er komen nieuwe steden en uitleglocaties om de woningbouwopgave te versnellen. Kwantiteit gaat hierbij boven kwaliteit. Duurzaamheid blijft achter. Groene gebieden als het Groene Hart staan onder druk. Innovatie in de bouw krijgt een boost met gebruik van nieuwe materialen door het beperken van regels. Er ontstaan grote ruimtelijke contrasten: binnenstedelijk en tussen steden en landelijk gebied. Wijken met lage leefomgevingskwaliteit huisvesten arbeidsmigranten en de ‘somewheres’, terwijl tegelijkertijd luxe woon-werk enclaves ‘booming’ worden. Ruimtelijke kwaliteit heeft geen aandacht, wat leidt tot verdozing en verrommeling van het landschap.
Sociale verschillen en gezondheidsverschillen nemen toe. Een ontwikkeling die versterkt wordt door de uitgeklede verzorgingsstaat. Dat leidt tot ruimtelijke segregatie, met gezonde en ongezonde, veilige en onveilige wijken. De zorgkosten rijzen de pan uit. Het bedrijfsleven krijgt de ruimte om de zorg te vernieuwen, mede afgedwongen door de succesvolle vaccinontwikkeling, distributie en vaccinatie. Zo is de zorg sterk gedigitaliseerd. Het massale gebruik van e-health applicaties drukken de kosten van de zorg en bevorderen een preventieve leefstijl onder de bevolking. De provincie heeft geen taak en rol in het sociale en gezondheidsdomein.
Corona heeft geleid tot besef dat internationale samenwerking (vaccinontwikkeling, kennisdeling en solidariteit) noodzakelijk is voor het welzijn van de wereld. De wereld raakt meer vervlochten door toenemende internationale samenwerking rond grote maatschappelijke opgaven als klimaat, energie, migratie. De EU is daardoor verder geïntegreerd. Er is sprake van een grote, sturende overheid die inzet op samenwerking tussen de overheid, het bedrijfsleven en de maatschappij. De focus ligt op veiligheid en toegang tot basisvoorzieningen voor iedereen. Fair Trade businessmodellen (‘true pricing’) zorgen voor hogere consumentenprijzen. Solidariteit, gezondheid en veiligheid zijn belangrijke waarden in deze wereld, waarbij sterk ingezet wordt op bestaanszekerheid. In deze wereld is er sprake van minder individuele vrijheid. Hieronder is per provinciaal thema beschreven wat de betekenis is van het scenario “samen sterk”.
De Rijksoverheid heeft een sterke regierol en trekt taken, waaronder ruimtelijke ordening, naar zich toe. De provincie is een groot uitvoeringsorgaan van het Rijk geworden, met de uitvoering van belangrijke opgaven als de verduurzaming van het energiesysteem, transitie van de landbouw, klimaatadaptatie, de gezonde stad. De begroting is sterk gegroeid door de transfer van rijksmiddelen en Europese middelen voor de uitvoering van specifieke opdrachten. Een ontmoedigingsbeleid op het gebruik van fossiele brandstoffen leidt tot een (tijdelijke) flinke verhoging van de opcenten. Deze hogere inkomsten worden voor de verduurzaming van het energiesysteem gebruikt. Uiteindelijk loopt de motorrijtuigenbelasting, als het wagenpark volledig elektrisch is geworden, terug tot nul. Naast het provinciefonds kent de provincie specifieke rijksuitkeringen. Er komt geen eigen belastinggebied en de provincie heeft bijna geen autonome beleidsvrijheid. Het financiële toezicht door de provincie is verruimd tot toezicht op de brede welvaart/welzijn in de Zuid-Hollandse gemeenten.
Vrij verkeer van goederen en personen over de hele wereld, met belasting op milieuvervuiling. Dat leidt tot minder intercontinentale reisbewegingen. Het vliegen binnen Europa wordt vervangen door razendsnel spoor of nieuwe duurzame vormen. Transport- en distributie is volledig geëlektrificeerd en Rotterdam is een hub voor Europa. Overheden investeren in inclusieve, groene mobiliteit. Voorbeeld is een infrastructuur gebaseerd op nieuwe energiedragers. Kennisinstellingen, bedrijfsleven en ngo’s werken hieraan mee. Toename van het gebruik van de fiets en het OV ten koste van vervuilende vormen. Deelauto’s zijn gemeengoed, geholpen door de klimaatdoelen en snelle elektrificatie. De provincie past concessieverlening aan, zet in op ‘Mobility as a Service’ (MaaS) en stimuleert de duurzame binnenvaart. De files zijn verdwenen door flexibilisering van openings- en sluitingstijden van organisaties en een systeem van spitsheffing.
Er is wereldwijd een nieuw netwerk van duurzame energieproductie ontstaan, met veel import en export. Schone energie wordt opgewekt op logische plekken. Zonne-energie in het zuiden van Europa en in de Sahara, waar de meeste lichturen zijn. En windenergie in het noorden van Europa, deels op open zee.
Energienetten zijn aan elkaar geknoopt voor een optimaal gebruik van groene energie. Zuid-Holland is met de Rotterdamse haven uitgegroeid tot een waterstofhub. Waterstof en regionale warmtenetten zijn grote dragers van het regionale energiesysteem. De provincie is, als uitvoeringsorgaan van het Rijk, verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van de regionale energie-infrastructuur. Voorbeelden zijn opslagmogelijkheden, koppelingen tussen energiesystemen en laadinfrastructuur. Er is strenge wet- en regelgeving op milieugebied. De provincie ziet hier nauwgezet op toe richting het bedrijfsleven. Er is ruimte voor duurzame innovatieve bedrijven die hard groeien.
Bedrijven verkrijgen een ‘license to operate' (een internationaal publiek-privaat keurmerk) als ze volledig transparant zijn en energie- en klimaatneutraal produceren. De haven van Rotterdam is naast een waterstofhub ook een knooppunt in de circulaire economie geworden waar grondstof- en reststromen samenkomen en gerecycled worden tot hoogwaardige nieuwe producten. Daaruit is een innovatieve maakindustrie voortgekomen. Het petrochemische cluster is overgestapt op ‘biobased’ productie. De provincie is nauw betrokken bij de uitvoering van de verduurzaming van het havencomplex en de tuinbouw. De greenports profiteren van de invoering van de vleestaks, die een vegetarische revolutie voedt, en richten zich op gevarieerde, gezonde voeding en lifestyle. Een ambitieuze Brusselse vernieuwingsagenda heeft innovatie aangejaagd, vooral gericht op het gebied van zorg en verduurzaming en gericht op het realiseren van publieke waarde. De provincie is mede-uitvoerder van deze agenda. Het zijn (internationale) netwerken van start- en scale-ups die een technologische revolutie stuwen. Veel werk uit de traditionele sectoren is daardoor uit Zuid-Holland verdwenen. Dat wordt ondervangen door regionale bijscholingsprogramma’s en een basisloon. Werklocaties zijn duurzaam getransformeerd naar gedeelde kantoorruimten, circulaire woon-werkparken en recreatievoorzieningen. De winkelstraten zijn zeer divers, met kleine gespecialiseerde winkels als ook aanwezigheid van de gevestigde merken. Hoewel intercontinentaal toerisme nauwelijks is gegroeid door onder andere een hoge vliegtaks, profiteren de horeca en cultuursector van meer Europese toeristen. Het ecotoerisme heeft een grote vlucht genomen. Er wordt veel publiek belang gehecht aan cultuur en mede door de toegenomen vrije tijd van burgers bloeit de sector.
Natuur vormt een fundamenteel onderdeel van brede welvaart. Economische activiteiten vinden natuurinclusief plaats, waarbij natuurgebieden leveranciers zijn van zogenaamde ecosysteemdiensten. De natuur wordt ingezet voor meerdere functies, zoals CO2-reductie, recreatie en beperking van hittestress. De ruimte wordt structureel anders ingericht, met meer aandacht voor natuur en duurzaamheid. Elke inwoner van Zuid-Holland heeft groenvoorzieningen bereikbaar binnen de eigen leefomgeving. De EU voert een uitvoerig en strikt natuurbeleid. In opdracht van het Rijk hanteert de provincie een streng stikstofbeleid, waarin biodiversiteit een van de speerpunten is. Zo wordt de Biesbosch hoogwaardig beschermd en keren soorten terug. De provincie geeft uitvoering aan een uitgebreid Natuurnetwerk Nederland. De land- en tuinbouw worden extensiever. Een vleestaks vermindert de vleesconsumptie. Niet duurzame boeren worden uitgekocht of worden financieel geholpen over te stappen naar duurzaam. Er vindt vernatting van het Groene Hart plaats. In samenwerking met de waterschappen vindt landschapsherstel plaats, met aandacht voor oevers, bodem, waterwegen, zoet water en waterveiligheid.
Het Rijk voert een strenge regie over de ruimte en zet sterk in op een groene, klimaatadaptieve en circulaire samenleving. In deze top-down sturing is het uitgangspunt nabijheid van wonen, werken en recreëren. Innovatie in de bouw krijgt een boost door de stimulering van duurzame materialen.
Duurzame kwaliteit gaat boven kwantiteit en snelheid. De vraag naar huizen blijft hoger dan het aanbod, maar de huizenmarkt is sterk gereguleerd, waardoor de betaalbaarheid voor verschillende groepen gewaarborgd blijft. De spreiding van sociale woningbouw voorkomt grote verschillen in leefbaarheid en gaat segregatie tegen. De provincie werkt als uitvoerder van het Rijk aan de ruimtelijke inpassing van de vergroening en verdichting van de huidige steden en de grote natuuropgave.
De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat samenlevingen wereldwijd gezondheid sterk zijn gaan waarderen. Zuid-Holland huisvest een toonaangevend internationaal life science cluster met specialisatie op gezonde lifestyle concepten. Dat trekt klanten wereldwijd waarmee zorgtoerisme een bijzondere groeimarkt is geworden. De verzorgingsstaat is gemoderniseerd met een herverdeling van inkomens en bedrijfswinsten. De sociale en gezondheidsverschillen zijn sterk verminderd, mede door extra geld dat wordt ingezet naar ambitieus nationaal programma ‘gezond lijf, gezonde stad’. De provincie voert dit integraal preventiebeleid van het Rijk uit. Met inzet op meer bewegen, groene en schone steden, gezondheidsinnovatie, gezonde voeding en veilig transport.
De coronacrisis heeft geleid tot een langjarige economische recessie en daarmee oplopende spanningen binnen de EU. Dit samen met een migratie- en schuldencrisis heeft gezorgd voor een desintegratie van de EU. Overheden zetten sterk in op bescherming van het bedrijfsleven en kennis. Met name de bedrijven met de beste prestaties, de nationale kampioenen. Elk land is op zichzelf aangewezen en handelsoorlogen zijn aan de orde van de dag. Het onbehagen in de maatschappij voedt identiteitspolitiek (populisme) en regionalisering. De Randstad ontwikkelt zich tot een vrije handel-stadsstaat: ‘Singapore aan de Noordzee’. Binnen Nederland zijn de regionale verschillen groot. Handelsgebieden floreren, andere regio’s krimpen. Het is ‘survival of the fittest’ op regioniveau. Het is een tijd waarin individuele vrijheid als het hoogste goed wordt gezien, de sociale verschillen steeds verder toenemen, er veel wantrouwen in de samenleving heerst en duurzaamheid geen prioriteit heeft.
Hieronder is per provinciaal thema beschreven wat de betekenis is van het scenario “controle terug”.
Er is sprake van een kleine Rijksoverheid die een groot aantal verantwoordelijkheden naar regio’s heeft gedecentraliseerd. Per regio ontstaan nieuwe bestuursvormen, sterk geënt op de (stedelijke) economie. Er zijn daardoor grotere gemeentes, minder provincies en krachtige metropoolregio’s. De algemene uitkering (provinciefonds) wordt kleiner, maar specifieke uitkeringen (bijvoorbeeld innovatiebeleid) worden groter. De provincie krijgt meer beleidsvrijheid, doordat het systeem van opcenten wordt vervangen door een nieuw belastingsysteem, bijvoorbeeld een ingezeteneheffing. De provinciale begroting is daardoor gestegen. De provincie houdt streng financieel toezicht op grotere, professioneel gerunde gemeentes.
Door afnemende wereldhandel is de goederenoverslag in de Rotterdamse haven afgenomen. Vervoers- en goederenstromen lopen vooral tussen stedelijke regio’s binnen Europa en daarbuiten. De infrastructuur is efficiënt. Er wordt gestuurd op kostprijs. Duurzaamheid is geen bepalende factor.
Vervoer over water, via de binnenvaart, wordt gestimuleerd om deze regionale sector te steunen. Vervoer is sterk geïndividualiseerd. Auto en elektrische fiets zijn de dominante vervoersvormen. De provincie zet in op meer wegen en verbindingen tussen stedelijke gebieden. Het OV is geprivatiseerd en vraaggericht (OV op verzoek). Vervoersarmoede treedt op, met name in landelijke regio’s. De vliegvelden Schiphol, Lelystad en Rotterdam-The Hague Airport groeien.
Nederland probeert zoveel mogelijk zelf in haar energiebehoefte te voorzien, om niet afhankelijk te zijn van Arabische olie, Russisch gas of waterstof van elders. Zuid-Holland heeft als meest energie- intensieve regio van Europa baat bij een stabiele, betaalbare en beschikbare energievoorziening. Duurzaamheid is van ondergeschikt belang. De Maasvlakte, waar ruimte is vrijgekomen door minder overslag, is de locatie van een hypermoderne kerncentrale om in de energiebehoefte van de regio te blijven voorzien en minder afhankelijk te zijn van externe leveranciers. Doordat de provincie energiebronnen in de regio wil aanboren, is er ruimte voor efficiënte innovatie en wordt verre energie- import belast. De provincie schept zo min mogelijk ingewikkelde milieuregels voor bedrijven, waarbij scherp gekeken wordt naar regelgeving in andere regio’s.
De economie is kleiner geworden door afnemende wereldhandel en protectionisme. Lonen en koopkracht staan onder druk. Regionale overheden zetten in op het genereren van economische groei door het bedrijfsleven de ruimte te geven en tegelijkertijd in te zetten op strategische autonomie. De internationale handel beperkt zich hoofdzakelijk tot omliggende landen, afzetmarkten zijn kleiner, productieketens zijn minder efficiënt. De provincie beschermt nationale kampioenen en een eigen maakindustrie. De Rotterdamse haven is kleiner geworden door afnemende wereldhandel. Daarnaast ondervindt de haven hevige concurrentie van de ‘Nieuwe Zijderoute’ uit China die haar positie onder druk zet Voor de greenports leiden importbeperkingen tot een beperking van het level playing field. De innovatie neemt af, omdat investeringen in innovatie te risicovol zijn. Greenports hebben een belangrijke regionale rol in productie van voedsel en biobased grondstoffen voor onze economie. De provincie zet in op regionaal arbeidsmarktbeleid voor het opleiden van eigen talent en het beperken van immigratie van arbeidsmigranten. Kantoren- en bedrijvenparken, maar ook winkelstraten, staan vaker leeg. Dat biedt ruimte voor een heropleving van lokale ambachten en producten waardoor de fysieke retail redelijk op peil kan worden gehouden. De culturele sector wordt grotendeels overgelaten aan de markt. De provincie springt alleen in bij bescherming van regionale erfgoediconen. Het internationaal toerisme is weggelegd voor wie de middelen heeft.
Regionale economische belangen staan voorop. De natuur wordt ingezet als recreatieplek voor eigen inwoners en als verdienmodel. Voor het vestigingsklimaat in de steden zijn lokale, beleefbare groenvoorzieningen van belang. Door het uiteenvallen van de EU wordt het stikstofvraagstuk een nationale en lokale kwestie. De provincie hanteert een soepel stikstofbeleid (mede ingegeven door lagere uitstoot als gevolg van minder economische groei), waarin biodiversiteit en luchtkwaliteit ondergeschikt is aan bouwen en land- en tuinbouw. De provincie geeft ruimte aan de lokale boeren (o.a. in het Groene Hart) en legt de verantwoordelijkheid voor bodemdaling neer bij ondernemers en individuen. De provincie staat taken op het terrein van waterveiligheid en watervoorziening af aan het bedrijfsleven.
De provincie regisseert met een relatief kleine portemonnee samen met marktpartijen de ruimte. Nieuwe uitleglocaties en steden bieden ruimte voor nieuwe woningen. Kwantiteit gaat boven kwaliteit en duurzaamheid. Energiebesparing krijgt een impuls door de inzet op een strategisch autonome energievoorziening. Bepaalde grondstoffen worden schaarser door geopolitieke spanningen en voor bepaalde onderdelen van de bouw worden eigen productieketens opgezet. Er is een afname van innovatie door verminderde internationale concurrentie. Eigen bedrijven krijgen voorrang. Lage economische groei zorgt voor minder dynamiek in de bouwsector. De ruimtelijke kwaliteit staat onder druk. Grote verschillen tussen ‘winnaars’ en ‘verliezers' ontstaan, met luxe enclaves en achterstandswijken.
De verzorgingsstaat is uitgekleed door strenge bezuinigingen. De economische groei is beperkt. De werkloosheid is hoog. Verschillen tussen inwoners nemen toe, wat leidt tot ruimtelijke segregatie en een onderscheid tussen gezonde en ongezonde wijken. De zorgkosten nemen sterk toe, mede gevoed door een sterk vergrijsde bevolking en slechtere luchtkwaliteit. Dat leidt tot de stimulering van de digitalisering van de zorg en privatisering. Daaruit ontstaat een gespecialiseerd en bloeiend regionaal zorg-it cluster. Gezondheidszorg en veiligheid is op regioniveau georganiseerd. De ‘provincie nieuwe vorm’ heeft op deze terreinen beperkte verantwoordelijkheden, zoals de jeugdzorg en spreiding van ziekenhuizen.
Door de coronapandemie en de economische crisis die daarop volgde, is een zwaar accent komen te liggen op voldoende, gezonde voeding, duurzaamheid, gemeenschapsvorming en zelfvoorziening op regionaal niveau. Burgers zijn sterk verbonden aan de regio en vormen lifestyle-collectieven en gemeenschappen die de cultuur van een regio domineren. Geborgenheid, eigenheid en kleinschaligheid staan centraal. Er ontstaan nieuwe regionale ecosystemen van burgercorporaties (zorg, brood, voedsel, energie), bedrijven en overheden. Regio’s zetten in op een circulaire, kleinere economie, met kortere ketens, duurdere import en weinig intercontinentaal toerisme. De regio’s organiseren zich rondom de schaalgrootte van een lokale, circulaire economie, minimaal 50x50 km2,(78) waarin de kringlopen van grondstoffen, materialen en energie de regiogrootte bepalen. Regionale ecosystemen ontstaan in de context van een Europese Unie met gedeelde waarden. De samenleving is horizontaal verbonden en wordt bottom-up georganiseerd. De focus ligt op veiligheid, sociale samenhang en gemeenschap. Betrouwbaarheid gaat boven efficiëntie.
Hieronder is per provinciaal thema beschreven wat de betekenis is van het scenario “regio eigen”.
Bron:
78. Rotmans, J. (2020, augustus). Expert-reflectie ten behoeve van Lesson Learned Covid-19.
https://www.janrotmans.nl/articles/expert-reflectie-ten-behoeve-van-les…
Veel verantwoordelijkheden zijn overgeheveld van de Rijksoverheid naar decentrale overheden en naar lokale gemeenschappen/corporaties. Publieke taken liggen niet alleen bij overheden. Afhankelijk van de schaalgrootte waarin kringlopen gesloten kunnen worden, krijgt de bestuurlijke ordening vorm. Er kunnen nieuwe regiobesturen ontstaan, die een fusie zijn van provincie en gemeenten. Voorbeelden zijn regio’s als de Drechtsteden, Metropoolregio, Groene Hart. Deze regiobesturen hebben een grote mate van autonome beleidsvrijheid en kiezen voor regionaal maatwerk, inclusief een eigen belastingsysteem. Deze belasting wordt ingezet om positief gedrag te stimuleren en vervuiling tegen te gaan. Voorbeelden zijn een CO2-heffing of koppeling aan ecologische voetafdruk. Er zijn belastingvoordelen voor sociaal- maatschappelijke initiatieven en sluitende kringlopen. Bij inkoop en aanbesteding staat de ecologische voetafdruk centraal.
Door de meer lokale economie treedt een forse verschuiving van het internationale goederen- en personenvervoer op. Er is veel minder verplaatsing, doordat de productie dichter bij huis is, er sprake is van een kleinere economie en mensen vooral gebruik maken van deelauto’s en de elektrische fiets. De verkeersstromen lopen vooral binnen de eigen regio. Regio’s zijn in hoge mate zelfvoorzienend, gebruikmakend van digitale vervoerssystemen. Vervoer is onderdeel van de deeleconomie met slimme combinaties van fiets, OV, vervoer over water en nieuwe vormen. Kleinschalig, innovatief transport, bijvoorbeeld met drones of onbemande voertuigen, neemt een vlucht. Het regiobestuur investeert samen met kennisinstellingen, bedrijven en coöperaties in inclusieve, groene en kleinschalige mobiliteit. Er wordt niet geïnvesteerd in grootschalige snelwegen. Snelfiets- en wandelpaden krijgen juist meer aandacht. Het fileprobleem is verdwenen, mede door flexibele werktijden, thuiswerken en afnemend autobezit.
Regionale energiecoöperaties, bottom-up samenwerkingen van bedrijven, burgers en regionale overheden, geven sturing aan kleinschalige, decentrale en duurzame energiesystemen. Deze systemen worden regionaal beheerd via coöperatieve vormen. Er zijn meerdere energiedragers en een zeer divers aantal bronnen (wind, water, zon, geo). Bijna alle bedrijven wekken zelf energie op. Bedrijven met grote platte daken leveren energie aan de naaste omgeving en boeren verwarmen hun stallen met een eigen windmolen en zonnecentrale. Het Klimaatakkoord van Parijs wordt gehaald. Het Zuid-Hollandse regiobestuur faciliteert de ruimtelijke inpassing van kleinschalige energiesystemen. Dit leidt tot een ‘rommelig’ energielandschap. Het Groene Hart wordt het Blauwgroene Hart met vernatting voor CO2- reductie, nieuwe vormen van landbouw en duurzame, lokale energieopwekking. Het regiobestuur jaagt innovaties aan en ontmoedigt vormen van vervuilend energiegebruik via strenge regelgeving en strikt toezicht.
De internationale handel is sterk verminderd. Regio’s maken zich hard voor korte en circulaire ketens, meer Europees gericht dan globaal. De Rotterdamse haven vormt een regionale hub waar regionale kringlopen samenkomen: ‘biobased’ grondstoffen, afval, energie en voeding. De regio zet in op kwalitatief hoogwaardige en duurzame producten die zo veel mogelijk in de eigen regio worden geproduceerd. Het assortiment is beperkt tot wat lokaal wordt gemaakt, waardoor de keuzevrijheid van consumenten kleiner is. Dat heeft gevolgen voor de greenports. De geregionaliseerde markt zorgt voor een forse verschuiving van ‘business-to-business’ naar ‘business-to-consumer’. Bedrijven worden belast, herverdeling van inkomens zorgt voor een koopkrachtige middenklasse. Bedrijven gaan regionale samenwerkingsverbanden aan die controleerbaar bijdragen aan een regionale stabiele sociale structuur en kringloop- en deeleconomie. Onderdeel hiervan is integratie van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in het arbeidsproces. Er ontstaan duurzame ‘cityservice centres’. Dit zijn productiegebieden, waarin bedrijven horizontaal en verticaal sterk zijn geïntegreerd. Deze clusters leveren voedsel, groen, water, energie, data en ontspanningsmogelijkheden aan de stad en ze brengen reststromen uit de stad tot waarde in hun productieprocessen. Meer aandacht vanuit de consument voor authenticiteit en lokale herkomst hebben lokale ambachten en fysieke retail redelijk op peil gehouden. De winkelstraten zitten vol met kleine winkeltjes, waar lokale producten verkocht worden. Op wijk- en buurtniveau is een lokale deeleconomie gaan bloeien.
De natuur vormt een fundamenteel onderdeel van brede welvaart en heeft een erkende waarde. Regionale economische activiteiten vinden natuurinclusief plaats, waarbij de natuur wordt ingezet voor meerdere functies, zoals CO2-reductie, recreatie en beperking van wateroverlast en hittestress (klimaatmitigatie- en adaptatie). De ruimte wordt structureel anders ingericht, waarbij natuur en duurzaamheid leidend zijn. Het Zuid-Hollandse regiobestuur investeert samen met lokale coöperaties en bedrijven fors in de biodiversiteit en natuurinclusief waterbeheer. Inwoners gaan zelf aan de slag met stadslandbouw, buurttuinen en lokale natuurgebieden. Er wordt streng opgetreden tegen vervuiling. Het stikstofprobleem is opgelost door de uitfasering of transitie van de grote stikstofproducenten, zoals de intensieve veehouderij. De land- en tuinbouw is extensief en werkt in lokale kringlopen. De kwaliteit van de biodiversiteit in Zuid-Holland is sterk verbeterd, omdat het een leidende factor is bij economisch handelen. Het Groene Hart is een groot moerasachtig natuurgebied waarmee bodemdaling en CO2 uitstoot een halt is toegeroepen.
Inwoners voelen zich sterk verbonden met de eigen wijk, dorp, stad en regio. De provincie geeft de ruimte samen met lokale gemeenschappen, bedrijven en organisaties vorm. Door strenge ruimtelijke ordeningsregels zijn steden klimaat- en energieneutraal met veel ruimte voor natuur en recreatie. Deze lokale gemeenschappen hebben directe zeggenschap over hun leefomgeving, waar wonen, werken en recreëren dicht bij elkaar zijn georganiseerd. Deze gemeenschappen functioneren behoorlijk egalitair. De druk op de woningbouw is door het gebrek aan migratie en verplaatsingen minder. Door het sluiten van regionale kringlopen zijn stad en land nauw verbonden. Het landschap verrommelt door het gebrek aan centrale regie en de moeizame afstemming van grootschalige voorzieningen en bovenlokale infrastructuur.
De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat samenlevingen gezondheid sterk zijn gaan waarderen. Een gezonde bevolking is namelijk een productieve bevolking. Een gezonde leefomgeving is daarom leidend voor de inrichting van stad en regio. Het Zuid-Hollandse regiobestuur krijgt er taken bij in het sociaal domein en op het gebied van gezondheid. Het regiobestuur werkt samen met lokale coalities aan maatwerkgerichte gezondheidsprogramma’s. Daarbij wordt extra ruimte gemaakt voor bewegen (fiets, wandel), groen, sociale ontmoetingen, schone lucht en gezonde lokale voeding.