Conclusies

COVID-19 is een wereldwijde crisis van ongekende omvang en impact. Hoe samenlevingen hiermee omgaan, is bepalend voor het herstel en de inrichting van de samenleving op de lange termijn. Een bekende uitspraak van Winston Churchill luidt ‘Never let a good crisis go to a waste’. Uit de verkenning naar de korte en middellange termijn impact van de coronacrisis op de (Zuid-Hollandse) samenleving kan een aantal conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden geformuleerd. Uit de scenario-analyse kunnen ‘no-regret’-maatregelen worden herleid. Maatregelen die in elk scenario relevant zijn om te nemen.

Hoofdconclusies
  1. Corona geeft een impuls aan het debat over de houdbaarheid van het huidige economische systeem dat tegen haar ecologische grenzen aanloopt. Corona vergroot de aandacht voor duurzaamheid, natuur en gezondheid.
  2. De coronapandemie gaat gepaard met onzekerheid over de aanpak en het herstel. Dit heeft een verlammend effect op de economie en de gemoedsgesteldheid van de bevolking. Het zal lang duren voordat de economische en sociale schade volledig duidelijk is en ingehaald wordt.
  3. Corona vergroot verschillen, tussen de gezondheid en inkomens van mensen, op de arbeidsmarkt, tussen wijken, regio’s en landen. Wat (al) zwak is wordt nog zwakker.
  4. De geschiedenis laat zien dat grote schokken, zoals oorlogen, crises en recessies, vaak langdurende, hoewel niet altijd blijvende, veranderingen teweegbrengen en trends versnellen. Corona is dan ook een grote aanjager van al lopende trends en transities. Voorbeelden zijn de versnelling van de digitalisering, het thuiswerken en de verdere verduurzaming in de energiesector.
Profit

De economische schade heeft een asymmetrisch karakter. Sommige partijen en sectoren zijn zeer hard geraakt, andere niet. Ook in Zuid-Holland zijn de verschillen groot. Een regio als de Duin- en Bollenstreek is hard geraakt, daarentegen is een regio als Haaglanden minder hard geraakt vanwege de dominantie van een aantal sectoren met een beperkte krimp. Het is de verwachting dat het herstel in Zuid-Holland echter minder hard verloopt dan in andere Nederlandse regio’s en het verschil tussen regio’s groter wordt. De zwakte van de Zuid-Hollandse economie is namelijk haar structuur. De structuur kent veel massa (9 topsectoren), maar weinig dichtheid (onderlinge verbindingen) en een oververtegenwoordiging van op fossiele brandstoffen gebaseerde sectoren. Deze sectoren bevinden zich bovendien in het volwassen stadium van de levenscyclus met een beperkt groeivermogen.

Aanbevelingen & no-regret maatregelen

  • De concurrentiepositie is in elk scenario afhankelijk van de mate van innovatie en technologie. Een duurzaam herstel specifiek voor Zuid-Holland vraagt om: a) het stimuleren van synergie en netwerken tussen opgaven op het terrein van duurzame woningbouw, duurzame bereikbaarheid, talentontwikkeling en nieuwe bedrijvigheid, b) onderlinge verbinding tussen economische sectoren, met focus op nieuwe doorbraaktechnologieën en broedplaatsen, c) een standvastige, consistente en heldere koers en d) een gebiedsgerichte, integrale aanpak die recht doet aan de regionale verschillen. 
  • Het achterblijvende groeivermogen van Zuid-Holland dient versterkt te worden door benutting van onbenut groei- innovatiepotentieel. Investeer in het proces om te komen tot een strategische ‘regionale projecten portefeuille’ die gericht is op de versnelling van de transities (digitalisering, energieverduurzaming en circulaire samenleving), zodat te allen tijde ingespeeld kan worden op de herstelfondsen (groeifonds, EU). Als mogelijk afwegingskader kan de in de bijlage opgenomen x-transitiecurve worden gebruikt.
  • Investeringen vanuit overheden, in transitieopgaven en in ‘traditionele’ taken, zijn tijdens de crisis- en herstelfase cruciaal. Bij het kiezen speelt de vraag: waar halen we het meeste (maatschappelijke) rendement? Tijdens de sessies over de kadernota en de voorjaarsnota kan ten behoeve van het provinciale investeringenvermogen het gesprek plaatsvinden over het vergroten van inkomsten. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor investeringen via bijvoorbeeld het Groeifonds en de EU fondsen. De tijd vraagt om doorpakken bij het aantrekken van deze investeringen.  
  • Op korte termijn vraagt het benutten van de EU-herstelfondsen om een krachtige lobby en profilering als regio. Zuid-Holland heeft in elk lange termijn scenario belang bij stabiele handelsrelaties met omliggende landen en regio’s. Dit vraagt blijvende inzet op het vormen van corridors met Duitsland en België.
People

Corona zorgt voor nieuwe (sociale en regionale) breuklijnen en vergroot al bestaande ongelijkheid op het terrein van de arbeidsmarkt, inkomen en zorg. Sommige breuklijnen zijn feitelijk, andere hebben betrekking op de perceptie of het draagvlak. Voorbeelden zijn gevoelens van eenzaamheid, geluk en maatschappelijk onbehagen. De coronaperiode raakt ouderen en jongeren verschillend. Toch liggen de diepere scheidslijnen niet zozeer tussen generaties, maar tussen sociale klassen. Deze breuklijnen hoeven niet permanent te zijn, maar het verraderlijke is dat sommige negatieve gevolgen pas op de middellange termijn zichtbaar zullen worden. Er ontstaan nieuwe groepen kwetsbare mensen.

Aanbevelingen & no-regret maatregelen

  • De voortgaande technologisering/digitalisering zorgt in alle vier de scenario's voor een veranderende arbeidsmarkt.. Het belang van Human Capital is door het virus alleen maar toegenomen, maar de insteek van de agenda zal herijkt moeten worden. Er is een omslag nodig, omdat de onderliggende vraag is veranderend. Van: hoe komen onze bedrijven aan goede mensen? Naar: hoe komen onze mensen aan een passende baan?  
  • Technologisering/digitalisering heeft ook een keerzijde: veiligheidsrisico's nemen toe. Dit vraagt om actief risicomanagement van de provincie.
  • Corona vergroot de zorgen van kwetsbare gebieden en groepen waar sprake is van een stapeling van problemen. In elk scenario vinden er veranderingen plaats binnen deze maatschappelijke tweedelingen. Corona vergroot daarmee het belang van inclusiviteit en taken zoals cohesie, arbeidsmarkt en ongelijkheid. Dit vraagt om een duidelijke houding van de provincie op deze thema’s. Bijvoorbeeld de rolneming ten opzichte van de gemeenten bij opgaven als een integrale aanpak van schuldverlichting, jeugdzorg en beschikbaarheid van betaalbare woningen.
     
Planet

Corona leidt tot een maatschappelijke en persoonlijke herwaardering van de natuur en de leefomgeving. Dit uit zich onder meer in een toegenomen bezoek aan recreatie- en natuurgebieden en meer aandacht voor groen in de stad. De ruimtelijke puzzel in het druk bebouwde Zuid-Holland wordt (nog) complexer. De positie van stadcentra staat door corona onder druk. Tegelijkertijd is er een grotere waardering voor de eigen woonomgeving met veranderende woonvoorkeuren tot gevolg. Reizigers kiezen vaker voor individuele manieren van vervoer (weg, fietsen, lopen) in plaats van collectieve vervoerwijzen. De dagelijkse ochtend- en avondfiles zijn bijna verdwenen. Flexibilisering van werktijden vermindert files en de druk op het openbaar vervoer. Ondanks de economische recessie zet de energietransitie versneld door. Investeringen in duurzame energie nemen toe, evenals investeringen in duurzame bedrijven.

Aanbevelingen & no-regret maatregelen

  • Het thuiswerken en de groei van e-commerce leiden tot een transformatie van werklocaties, vervoersstromen, een ander reisgedrag, gevarieerde reistijden en veranderende woonvoorkeuren. Dat heeft impact op de omvang en vorm van de verstedelijkingsopgave. Er is meer aandacht nodig voor een gezonde en groene publieke ruimte in het stedenbouwkundig patroon.
  • De klimaatopgave bepaalt in alle vier de scenario’s de ruimtelijke ordening. Vanwege de ecologische, economische en/of sociale waarde van natuur, kan worden verwacht dat een thema als groen in de stad belangrijker wordt. Vergroening van steden kan gefaciliteerd worden door het provinciale ruimtelijk instrumentarium scherper in te zetten.
  • Het inpassen van de nieuwe duurzame energie-infrastructuur van Zuid- Holland speelt de komende jaren een grote rol in de ruimtelijke inrichting en is van belang voor de concurrentiepositie van de tuinbouw en de haven. Daarmee is de energietransitie een van de hoofdopgaven voor de provincie in het komende decennium. Hoewel de provincie  zowel middelen als ruimtelijk instrumentarium tot zijn beschikking om sturend te zijn bij deze opgave, vraagt de energietransitie om een goed afgestemde publiek-private inspanning.
  • De vier scenario’s kennen allemaal een grote verandering op het gebied van mobiliteit. Zowel uit ecologisch, economisch als sociaal oogpunt is het investeren in verschillende modaliteiten, zoals fietsen en lopen, zinvol.  De winst van de afwezigheid van de ‘hyperspits’ zou behouden moeten worden. Mensen zijn echter gewoontedieren, die snel terugschieten in het ‘’oude’ patroon. Dat vraagt om het maken van afspraken tussen werkgevers, onderwijsinstellingen en vervoerders over de spreiding van reizigers over de dag. De vraag is welke speler (Rijk, OV-bedrijven, provincies) de regie neemt. Doorgaan met geplande investeringen is, ook gezien de continuïteit op de lange termijn, voor de provincie van belang net als de agendering van de regievraag.  
Rol provincie

Corona versterkt de decentralisatie en/of centralisatie tendensen. Tegelijkertijd laat de crisis een aanzienlijke zwakheid zien van zowel extreme centralisatie als extreme decentralisatie. De crisis levert een belangrijke governance les op. Het belang van goede samenwerking tussen verschillende bestuursniveaus en een gecoördineerde respons op noodsituaties en de nasleep ervan alsook ruimte om "ter plaatse" te handelen, gecombineerd met effectief leiderschap op nationaal niveau. De meerwaarde op regionaal niveau lijkt, werkend vanuit de coronacrisis, vooral te zitten in politiek-bestuurlijk moeizame transitie-dossiers, zoals landbouw, klimaat en energie.

Aanbevelingen & no-regret maatregelen

  • Corona maakt de financiële positie van de provincie kwetsbaar in de herstelfase. Het aflopen van incidentele gelden in de provinciale begroting valt samen met het moment dat herstel na corona juist ingezet moet worden. De provincie kan financiële middelen voor deze transitiethema’s verkrijgen door: herprioritering binnen de bestaande begroting, lobby voor hogere bijdrage uit het provinciefonds, verhoging opcenten en extra lenen.
  • De beschikbare middelen zullen beperkt zijn in elk scenario. Dat vraagt om inzet op samenhang en synergie bij de aanpak van inhoudelijke opgaven (stikstof, wonen, klimaat, energie) en om interregionale afstemming en samenwerking (bijvoorbeeld gemeenten, MRDH, IQ en provincie).
  • De complexiteit van opgaven, dalende inkomsten en stijgende uitgaven beperken het handelingsvermogen van gemeenten. Een penibele situatie die naarmate de tijd vordert kan verergeren. Dit vraagt om een alerte en pro-actieve provincie richting gemeenten.  
  • In alle scenario’s is een sterke en kundige overheid nodig. In de scenario's aan de linkerkant om marktfalen te voorkomen, in de scenario’s aan de rechterkant om brede welvaart te initiëren en te faciliteren.
  • Groen ingestoken herstel met aandacht voor natuur en energie kan nieuw elan geven aan de provinciale rol.
  • Een belangrijk functie van de provincie is kennisontwikkeling en netwerkbevordering. De provincie kan actief partners in de regio verbinden op opgaven, ontmoetingen mogelijk maken en betrekken bij haar strategische onderzoeksagenda. Daarnaast kan gedacht worden aan de instelling van een doorlopend Corona-werkatelier in samenspraak en samenwerking met de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK). Dit atelier bemenst door een combinatie van experts volgt de feitelijke ontwikkelingen in 2021 nauwgezet. Dat gaat via ontwerpend en datagedreven onderzoek. Op die manier brengt het atelier ook de blijvende effecten op de middellange termijn (2022-2027) van bijvoorbeeld digitalisering (verdozing, digitale infrastructuur), thuiswerken (transformatie kantoren, detailhandel, veranderende woon- en werkvoorkeuren) en een andere waardering van nabije groene buitenruimte in kaart. 
  • De overheid is weer in positie, maar moet ook partner blijven waarbij inclusiviteit, integraliteit en duurzaamheid leidende principes zijn. De regionale schaal is de systeemschaal geworden. Daar vinden de verbindingen plaats van grote opgaven. Investeer daarom in het proces - de mensen, kennis, capaciteiten, instituties, data, onderzoek, ontwerp, innovaties – om te komen tot projecten, en niet andersom. Tegelijkertijd vraagt de versterking van de regio om een oplossing voor het vraagstuk van de democratische legitimatie. De provincie heeft de democratische legitimatie en de passende schaal voor het oppakken van complexe opgaven. Deze meerwaarde en positie van de provincie moet sterker worden benadrukt naar de Tweede Kamer en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties.  
Nieuwe onderzoeksvragen

Bovenal levert het rapport de overtuiging op dat de ‘handen uit de mouwen gestoken moeten worden’. Daarnaast levert de verkenning nieuwe onderzoeksvragen op. Uit deze verkenning komt een aantal (onderzoeks)vragen naar boven.  Een selectie van deze vragen kan  meegenomen worden in de provinciale onderzoeksagenda of door de provincie geagendeerd worden bij onderzoeksinstellingen:

  • Meerdere transities hanteren een tijdshorizon van 2050 – 2060 met veelal concrete einddoelen. Tot welke ruimtelijke en bestuurlijke keuzes en dilemma’s leiden de verschillende transitiepaden (klimaat, energie, circulariteit) voor Zuid-Holland? Met behulp van ‘backcasting’ kan inzichtelijk gemaakt worden welke keuzes op korte, middellange en lange termijn nodig zijn om de transities in goede banen te leiden.
  • Leidt corona tot meer armoede in Zuid-Holland? Welke problemen ondervinden gemeenten ten aanzien van de armoedebestrijding in Zuid-Holland? Wat kan de provincie bijdragen aan armoedebestrijding? (Een onderzoek naar dit vraagstuk vindt plaats naar aanleiding van een aangenomen motie – motie 966 - door de Staten)
  • Wat is de energievraag van het door corona nog sterker toegenomen dataverkeer? Hoe geven we vorm aan duurzame, groene digitalisering (d.w.z. klimaat- en energieneutraal)?
  • Wat betekent het thuiswerken voor de mobiliteitsvraag en woningvraag? Leidt corona tot een trek uit de stad? Wat betekent dit voor het verstedelijkingsbeleid van de provincie?
  • Leidt de wereldwijde verarming tot een groei van economische migratie, waaronder in Nederland en Zuid-Holland? Wat betekent dit voor de huisvesting van asielzoekers en statushouders in onze provincie?
  • Hoe benutten we de voordelen van de digitale technologieën en beheersen we tegelijkertijd de nadelen? Welke gevolgen hebben nieuwe (doorbraak)technologieën voor de Zuid-Hollandse sectoren en in het bijzonder voor de arbeidsmarkt?
  • Welke bedrijven en bedrijfsactiviteiten (in Zuid-Holland) verplaatsen hun productie vanwege de behoefte aan grotere leverbetrouwbaarheid (re-shoring), wat zijn daarbij de baten en de kosten?
  • Hoe vinden we de meest effectieve balans tussen regionale en (inter)nationale voedsel- en grondstofketens, kringlopen en energieopwekking?
  • Zal deze herwaardering van de natuur zich vertalen naar meer zorg voor natuur en landschap in de toekomst en van welke factoren is dat dan afhankelijk?
vier scenarios